Membraanfilters moeten vóór en na de bemonstering worden geconditioneerd door ze gedurende twee uur op een constante temperatuur tussen 90 en 100 ºC te houden en ze daarna gedurende ten minste twee uur op te slaan in een exsiccator voordat ze worden gewogen.
Membranfilter werden vor und nach der Stichprobenahme konditioniert, indem man sie zwei Stunden lang auf konstanter Temperatur zwischen 90 und 100 ºC hält und dann ebenfalls zwei Stunden lang vor dem Wiegen in einen Exsikkator legt.