348. neemt nota van de kritiek van de Rekenkamer dat de bestaande coördinatiemechanismen tussen de directoraten-generaal die de kaderprogramma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling uitvoeren, niet doeltreffend waren; is in dit stadium evenwel niet overtuigd van de idee een "gemeenschappelijk evaluatiebureau" op te richten; suggereert veeleer dat het Directoraat-generaal Onderzoek meer verantwoordelijkheid en een coördinerende rol op zich neemt; is het eens met de kijk van de Rekenkamer dat in een vroeg
stadium advies van externe deskundigen moet worden ing
ewonnen en dat deze deskundigen ...[+++] bij de zaak betrokken moeten blijven, om een consistente en coherente aanpak te garanderen, met name gelet op de evaluaties die zijn gepland voor 2008 (evaluatie achteraf van het zesde kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling), voor 2009 (tussentijds informatieverslag over het zevende kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling), voor 2010 (evaluatie halverwege de looptijd van het zevende kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling) en voor 2015 (evaluatie achteraf van het zevende kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling); 348. teilt die Kritik des Rechnungshofs, dass die bestehenden Koordinierungsmechanismen zwischen den Generaldirektionen, die die Rahmenprogramme durchführen, nicht wirksam waren; ist jedoch in diesem Stadium nicht von der Idee der Einrichtung eines „gemeinsamen Evaluierungsamtes“ überzeugt; schlägt vielmehr vor, dass die Generaldirektion Forschung mehr Verantwortung und eine Koordinierungsrolle übernehmen sollte; teilt die Auffassung des Rechnungshofs, dass bereits frü
hzeitig Gremien von externen Sachverständigen eingesetzt werden sollten, um einen konsequenten und kohärenten Ansatz sicherzustellen, zumal Evaluierungen für 2008 (ex-po
...[+++]st-Evaluierung des RP6), für 2009 (Zwischenbericht über das RP7), für 2010 (Halbzeitevaluierung des RP7) und für 2015 (ex-post-Evaluierung des RP7) geplant sind;