2
0. onderstreept dat extreme armoede en de sociale uitsluiting die daaruit voortvloeit, niet kunnen worden gevat in alleen cijfers of economische termen, maar ook moeten worden uitgedrukt in termen van mensenrechten en burgerschap; erkent dat het principe van het vrije verkeer van kapitaal en goederen alleen het niet mogelijk maakt om
armoede en
chronische armoede (vooral als zij voortduurt) uit te bannen en dat grote armoede mensen van kansen berooft
...[+++] en de mensen die zij treft verhindert om deel te nemen aan het leven van de gemeenschap, omdat ze onverschillig worden voor hun omgeving;
20. hebt hervor, dass Armut und die daraus resultierende soziale Ausgrenzung nicht länger nur unter wirtschaftsarithmetischen Gesichtspunkten gesehen werden dürfen, sondern auch an Menschen- und Bürgerrechtskriterien gemessen werden müssen; erkennt an, dass der Grundsatz des freien Verkehrs von Kapital und Waren allein noch nicht zur Ausrottung von Armut oder chronischer Armut (vor allem anhaltender Armut) führt und dass extreme Armut den Betroffenen jede Chance raubt und eine volle Teilhabe am Leben der Gemeinschaft unmöglich macht und die Betroffenen ihrer Umgebung gegenüber gleichgültig werden lässt;