31. dring er bij de lidstaten op aan om de carrièremogelijkheden van jonge onderzoekers te verbeteren, bijvoorbeeld door meer middelen beschikbaar te stellen en besluiten over promotie te baseren op andere factoren dan anciënniteit, zoals innovatief vermogen, stages bij bedrijven, enz.;
31. fordert die Mitgliedstaaten nachdrücklich auf, die Karrieremöglichkeiten für junge Forscher zu verbessern, z. B. durch eine stärkere Förderung und eine Karriereentwicklung auf der Grundlage von Erfolgen anstelle des Dienstalters, wie etwa Innovationsfähigkeit, Praktika in Unternehmen usw.;