« Is artikel 444 van de wet van 18 april 1851, dat deze Rechtbank dient toe te passen ingevolge de bepalingen die de wetsconflicten in de tijd regelen, niet strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat die bepaling een absolute en algemene buitenbezitstelling van de gefailleerde instelt en zij zich ertegen verzet dat de gefailleerde persoonlijk de vergoedingen kan ontvangen die bestemd zijn voor het
herstel van huidige schade en schade van na de datum van
het sluiten van het faillissement, ongeacht de aard van die schad
...[+++]e, terwijl ten aanzien van de andere categorieën van personen, waaronder met name de werknemers, diezelfde vergoedingen over het algemeen niet voor beslag vatbaar zijn ?« Steht Artikel 444 des Gesetzes vom 18. April 1851, den das hiesige Gericht infolge der Bestimmungen zur zeitlichen Regelung von Gesetzeskonflikten anzuwenden hat, nicht im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, indem diese Bestimmung eine unbedingte und allgemeine Besitzentsetzung des Konkursschuldners einführt und verhindert, dass der Konkursschuldner persönlich den Ersatz
eines gegenwärtigen Schadens oder eines nach dem Datum der Aufhebung des Konkursverfahrens auftretenden Schadens erhält, ohne Rücksicht auf die Art dieser Schäden, während für andere Personenkategorien - darunter insbesondere die Arbeitnehmer - der gl
...[+++]eiche Ersatz im allgemeinen unpfändbar ist?