18. betreurt echter dat Pakistan
consequent niet aan zijn verplichting heeft voldaan om in AJK betekenisvolle en representatieve democratische structuren in te voeren; merkt
met name op dat de Kasjmiri's nog steeds niet zijn vertegenwoordigd in het Pakistaanse parlement, dat AJK wordt bestuurd door het Ministerie van Kasjmiri Zaken in Islamabad, dat Pakistaanse ambtenaren de Raad van Kasjmir domineren en dat de secretaris-generaal, de inspecteur-generaal van de politie, de hoogste ambtenaar o
...[+++]p het Ministerie van Financiën en de minister van Financiën allemaal afkomstig zijn uit Pakistan; spreekt zijn afkeuring uit over de bepaling in de interim-grondwet van 1974 die alle politieke activiteiten verbiedt die niet uitgaan van de doctrine dat Jammu en Kasjmir een deel van Pakistan is en alle kandidaten voor een parlementszetel in AJK verplicht een loyaliteitsverklaring van die strekking te ondertekenen; maakt zich zorgen over het feit dat de regio Gilgit-Baltistan geen enkele vorm van democratische vertegenwoordiging kent; vestigt bovendien de aandacht op het feit dat het door Pakistan gecontroleerde en op 15 augustus 1947 aan de staat Jammu en Kasjmir toebehorende grondgebied bij de Jammu and Kashmir (Administration of Property) Ordinance van de regering van Pakistan van 1961 aan de federale regering werd overgedragen;