32. dringt erop aan dat de reactie van de Europese Unie op het terrorisme proportioneel is en duidelijk gericht op de bestrijding van het terrorisme, waarbij met name rekening moet worden gehouden met het feit dat, totdat het bewijs van het tegendeel is geleverd, de vruchtbaarste maatregelen op het gebied van de bestrijding van nieuwe vormen van terrorisme bestaan uit doelmatige inlichtingen- en politiediensten, of anders gezegd: uit legitieme activiteiten die evenwel niet vallen onder het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid of de bestrijding van de armoede;
32. betont, dass die Reaktion der EU auf den Terrorismus verhältnismäßig sein muss und gezielt auf die Bekämpfung des Terrorismus gerichtet sein muss, unter Berücksichtigung der Tatsache, dass bis zum Beweis des Gegenteils die wirksamsten Mittel zur Bekämpfung der neuen Formen des Terrorismus leistungsfähige Nachrichten- und Polizeidienste sind, also legitime Mittel, die aber weder in den Bereich der Entwicklungshilfepolitik noch den Bereich der Armutsbekämpfung fallen;