Het derde lid van artikel 195 werd verantwoord door het feit dat de politierechtbanken « in het algemeen minder zware straffen uitspreken » (Parl. St., Kamer, 1982-1983, nr. 668/1, p. 7), door het feit dat « de overtredingen die worden vervolgd beter door de rechtzoekenden gekend zijn » (op. cit., nr. 668/3, p. 2), en door de zorg om « een vlugge afhandeling van de politiezaken niet in de weg te staan » (Parl. St., Senaat, 1986-1987, nr. 383-2, p. 2).
Der dritte Absatz von Artikel 195 wurde gerechtfertigt durch die Tatsache, dass die Polizeigerichte « im allgemeinen weniger schwere Strafen verhängen » (Parl. Dok., Kammer, 1982-1983, Nr. 668/1, S. 7), durch die Tatsache, dass « die Rechtsuchenden die Übertretungen, die geahndet werden, besser kennen » (ebenda, Nr. 668/3, S. 2), und durch die Sorge, « einer schnellen Abwicklung von Polizeirechtssachen nicht im Wege zu stehen » (Parl. Dok., Senat, 1986-1987, Nr. 383-2, S. 2).