Daarnaast bepaalt artikel 322, § 2, derde lid, van het WIB 1992, ingevoegd bij het in het geding zijnde artikel 55 van de wet van 14 april 2011, dat de machtiging om zich tot de financiële instelling te richten pas mag worden verleend nadat is vastgesteld dat het onderzoek dat in elk geval vooraf bij de belastingplichtige is gevoerd « een eventuele toepassing van artikel 341 [van het WI
B 1992] uitwijst », hetgeen veronderstelt dat de controleambtenaar aan de ambtenaar die bevoegd is die machtiging te ver
lenen, eensluidende feitelijke elementen ...[+++] kan voorleggen die het mogelijk maken redelijkerwijze uit te gaan van een hogere graad van gegoedheid van de belastingplichtige dan wat uit zijn aangegeven inkomsten blijkt.
Ausserdem ist in dem durch den fraglichen Artikel 55 des Gesetzes vom 14. April 2011 eingefügten Artikel 322 § 2 Absatz 3 des EStGB 1992 vorgesehen, dass die Erlaubnis, sich an ei
n Finanzinstitut zu wenden, nur erteilt werden kann, wenn festgestellt wurde, dass die in jedem Fall vorher bei dem Steuerpflichtigen durchgeführte Untersuchung « Anleitung zu einer möglichen Anwendung von Artikel 341 [des EStGB 1992] gibt », was voraussetzt, dass der Kontrollbedienstete dem Beamten, der zur Erteilung dieser Erlaubnis ermächtigt ist, überein
stimmende faktische Elemente vorlegen ...[+++]kann, anhand deren vernünftigerweise ein grösserer Wohlstand des Steuerpflichtigen als derjenige, der aus den angegebenen Einkünften hervorgeht, anzunehmen ist.