Volgens de jurisprudentie van het Hof kan het voortduren van een dergelijke feitelijke situatie, vooral wanneer deze een significante achteruitgang van het milieu over een langere periode te zien geeft zonder dat de bevoegde instanties ingrijpen, er echter op duiden dat de lidstaten de beoordelingsvrijheid die hun door deze bepaling wordt gelaten, te buiten zijn gegaan.
Gemäß der Rechtsprechung des Gerichtshofs kann das Fortbestehen einer Sachlage, besonders wenn dieses ohne das Eingreifen der zuständigen Behörden bedeutende Umweltschäden über einen längeren Zeitraum mit sich bringt, darauf hinweisen, dass die Mitgliedstaaten den ihnen durch diese Vorschrift eingeräumten Ermessensspielraum überschritten haben.