2. De lidstaten dragen er zorg voor dat als instellingen, financiële instellingen en EU-moederondernemingen aan de in lid 1 vermelde verplichtingen onderworpen zijn, bij een overtreding van deze verplichtingen administratieve sancties onder de door het nationale recht vastgelegde voorwaarden kunnen worden opgelegd aan de leden van het leidinggevend orgaan en aan andere natuurlijke personen die uit hoofde van het nationale recht voor de overtreding verantwoordelijk zijn.
(2) Die Mitgliedstaaten stellen sicher, dass bei einem Verstoß gegen die in Absatz 1 genannten Pflichten, denen Institute, Finanzinstitute und Unionsmutterunternehmen unterliegen, gegen die Mitglieder der Geschäftsleitung und andere natürliche Personen, die dem nationalen Recht zufolge für den Verstoß verantwortlich sind, vorbehaltlich der im nationalen Recht festgelegten Bedingungen Sanktionen verhängt werden können.