18. pleit voor onafhankelijkheid van de ECB bij de vaststelling van het monetair beleid en het beheer van de volatiliteit van de wereldwijde financiële markten; benadrukt dat de waardestijging in de wisselkoers van de euro voortvloeit uit groeiende ongelijkheid in derde landen en achterblijvende vraag in de EU, waardoor de concurrentiedruk op EU-bedrijven toeneemt, en wijst op de noodzaak van een reactie van de EU door middel van een gezond economisch beleid, internationale overeenkomsten en samenwerking;
18. befürwortete die Unabhängigkeit der EZB bei der Festlegung der Währungspolitik und der Bewältigung der heftigen Schwankungen der globalen Finanzmärkte; betont, dass die Aufwertung des Euro-Wechselkurses das Ergebnis zunehmender Ungleichgewichte in Drittländern und einer schleppenden Nachfrage in der EU ist, wodurch der Wettbewerbsdruck auf EU-Unternehmen steigt, und stellt fest, dass die EU darauf mit soliden wirtschaftspolitischen Maßnahmen, internationalen Abkommen und internationaler Zusammenarbeit reagieren muss;