23. herhaalt dat het salarisverschil tussen mannen en vrouwen nog steeds een grote zorg is en merkt op dat het een feit is dat vrouwen gedurende hun werkzam
e leven over minder middelen beschikken en op pensioengerechtigde leeftijd meer moeilijkheden ondervinden
bij de toegang tot financiële middelen, wijst erop dat in het hoger onderwijs vrouwelijke onderzoekers en hoogleraren minder verdienen dan hun mannelijke collega's die werkzaam zijn op hetzelfde niveau;
wijst ero ...[+++]p dat vrouwen daarom meer dan mannen door alle vormen van armoede worden getroffen, met inbegrip van armoede onder werkenden; verlangt daarom gelijke bezoldiging bij gelijkwaardige onderzoeksposities, aangezien de ongelijke bezoldiging van mannen en vrouwen een toestand is die noch een individuele lidstaat noch de EU als geheel zich kan permitteren; 23. bekräftigt, dass die ungleiche Bezahlung von Männern und Frauen weiterhin sehr besorgniserregend ist, und stellt fest, dass es eine Tatsache ist, dass Frauen während ihres Arbeitslebens über geringere Ressourcen verfügen und im Ruhestand größere Sc
hwierigkeiten beim Zugang zu Finanzmitteln haben, und dass im Bereich der Hochschulausbildung Forscherinnen und Professorinnen weniger verdienen als ihre männlichen Kollegen auf derselben Ebene; stellt fest, dass somit Frauen stärker als Männer von allen Formen der Armut betroffen sind, einschließlich der Armut trotz Arbeit; fordert daher die gleiche Vergütung für die gleiche Position in
...[+++]der Forschung, da die ungleiche Bezahlung von Männern und Frauen ein Umstand ist, den weder irgendein Mitgliedstaat noch Europa insgesamt sich leisten können;