4. Wanneer de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst in kennis worden gesteld overeenkomstig lid 2, doen zij, tenzij ze reden hebben te betwijfelen dat de administratieve structuur of de financiële positie van de instelling, of de goede reputatie en de beroepskwalificaties of beroepservaring van de personen die de instelling besturen met de in de lidstaat van ontvangst voorgenomen activiteiten verenigbaar zijn, binnen drie maanden na ontvangst van de in lid 3 bedoelde gegevens, mededeling van deze gegevens aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst en stellen zij de instelling daarvan dienovereenkomstig in kennis.
(4) Werden die zuständigen Behörden des Herkunftsmitgliedstaats nach Absatz 2 unterrichtet und besteht für sie kein Zweifel an der Angemessenheit der Verwaltungsstruktur und der Finanzlage der Einrichtung sowie der Zuverlässigkeit und fachlichen Qualifikation bzw. Berufserfahrung der Führungskräfte im Verhältnis zu dem in dem Tätigkeitsmitgliedstaat geplanten Vorhaben, übermitteln sie die gemäß Absatz 3 vorgelegten Angaben binnen drei Monaten nach ihrem Erhalt den zuständigen Behörden im Tätigkeitsmitgliedstaat und setzen die Einrichtung hiervon in Kenntnis.