Artikel 203, § 1, 2°, van het WIB 1992, zoals het van toepassing is op het voor de verwijzende rechter hangende geschi
l, voorziet evenwel erin dat « de in artikel 202, § 1, 1° en 2°, vermelde inkomsten [...] bovendien niet aftrekbaar [zijn] wanneer ze worden verleend of toegekend door : [...] 2° een financieringsvennootschap, een thesaurievennootschap of een beleggingsvennootschap die, alhoewel ze i
n het land van haar fiscale woonplaats onderworpen is aan een in 1° vermelde belasti
ng, in dat land een ...[+++]belastingregeling geniet die afwijkt van het gemeen recht ».
Artikel 203 § 1 Nr. 2 des EStGB 1992 in der Fassung, die auf die vor dem vorlegenden Richter anhängige Streitsache anwendbar ist, bestimmt jedoch, dass « in Artikel 202 § 1 Nr. 1 und 2 erwähnte Einkünfte [...] zudem nicht abzugsfähig [sind], wenn sie gewährt oder zuerkannt werden von: [...] 2. einer Finanzierungsgesellschaft, einer Geldanlagegesellschaft oder einer Investmentgesellschaft, die zwar im Land ihres Steuerwohnsitzes einer in Nummer 1 erwähnten Steuer unterliegt, zu deren Gunsten in diesem Land aber ein vom allgemeinen Recht abweichendes Besteuerungssystem angewandt wird ».