Het opnemen van alle embryonale en foetale vormen vanaf het laatste derde deel van hun ontwikkeling is willekeurig, aangezien niet voor elk van hen is vastgesteld dat zij over waarnemingsvermogen beschikken.
Es liegt kein Grund vor, alle embryonalen und fötalen Formen ab dem letzten Drittel ihres Entwicklungsstadiums einzuschließen, da nicht nachgewiesen ist, dass all diese über ein Empfindungsvermögen verfügen.