1.3. Stortingen in risicokapitaal-, lenings- en garantiefondsen (met inbegrip van risicokapitaalholdingfondsen) worden als "daadwerkelijk verrichte uitgaven" in de zin van artikel 32, lid 1, derde alinea, van de algemene verordening behandeld, op voorwaarde dat de fondsen voldoen aan de in respectievelijk regel 8 en regel 9 gestelde eisen.
1.3. Einzahlungen in Wagniskapital-, Kredit- und Garantiefonds (einschließlich Wagniskapitalholding-Fonds) werden als "tatsächlich getätigte Ausgaben" im Sinne von Artikel 32 Absatz 1 Unterabsatz 3 der allgemeinen Verordnung behandelt, sofern diese Fonds den Bestimmungen der Regeln 8 bzw. 9 entsprechen.