« Schendt artikel 4, § 2, van de wet van 3 juli 1967 [betreffende de
preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in d
e overheidssector], zoals gewijzigd door artikel 9 van de wet van 19 oktober 1998, het gelijkheidsbeginsel van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, doordat [het] de omvang van de vergoeding voor hulp van derden doet afhangen van de bezoldigingsregeling die op het slachtoffer van toepassing is in de dienst waarbij het werd aange
...[+++]worven of in dienst trad dan wel het een discriminatie invoert tussen de vergoeding voor hulp van derden voor slachtoffers van een arbeidsongeval [binnen] de openbare sector [.] en de forfaitaire hulp van derden welke onder het toepassingsgebied van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 [valt] ?« Verstösst Artikel 4 § 2 des Gesetzes vom 3. Juli 1967 [über die Vorbeugung von oder den Schadenersatz für Arbeitsunfälle, Wegeunfälle und Berufskrankheiten im öffentlichen Sektor], in der durch Artikel 9 des Gesetzes vom 19. Oktober 1998 abgeänderten Fassung, gegen den in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung verankerten Gleichheitsgrundsatz, indem
er die Höhe der Entschädigung für die Hilfe einer Drittperson von der Besoldungsordnung abhängig macht, die auf das Opfer in dem Dienst anwendbar ist, bei dem es angeworben oder angestellt ist, bzw. eine Diskriminierung herbeiführt zwischen der Entschädigung für die Hilfe einer Drittperson f
...[+++]ür die Opfer eines Arbeitsunfalls, die zum öffentlichen Sektor gehören, und der Pauschalentschädigung für die Hilfe einer Drittperson, auf die das Gesetz vom 10. April 1971 über die Arbeitsunfälle anwendbar ist?