Uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag en de motieven van de verwijzingsvonnissen blijkt dat de verwijzende rechters het Hof, in de onderhavige zaken, ondervragen over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 33 van de wet van 7 februari 2003, dat in de wetten betreffende de politie over het wegverkeer een artikel 69bis invoegt, in zoverre het van toepassing is op misdrijven die vóór de inwerkingtreding van de wet van 7 februari 2003 zijn gepleegd.
Aus der Formulierung der präjudiziellen Frage sowie aus der Begründung der Verweisungsurteile geht hervor, dass die verweisenden Richter den Hof in den vorliegenden Rechtssachen zur Vereinbarkeit von Artikel 33 des Gesetzes vom 7. Februar 2003, der einen Artikel 69bis in die Gesetze über die Strassenverkehrspolizei einfügt, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung befragen, insofern er auf vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 7. Februar 2003 begangene strafbare Handlungen anwendbar ist.