Vertaling van "franse econoom " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

econoom [4.7] [ bedrijfseconoom | economisch analist | economisch onderzoeker | financieel econoom ]
Berufsgruppe der Wirtschaftswissenschaftler [4.7] [ Betriebswirt | Volkswirtschaftler | Wirtschaftsanalyst | Wirtschaftswissenschaftler | wirtschaftswissenschaftlicher Forscher ]

econoom gezondheidszorg | medisch econoom | ziekenhuiseconoom
Ökonom des Gesundheitswesens

Franse cantarel | Franse cantharel | Franse kantarel | Franse kantharel | gele stekelzwam
Semmelpilz | Semmelstoppelpilz | Stachelpilz | Stoppelpilz

overzeese gemeenschap van Frankrijk [ Frankrijk LGO | LGO Frankrijk | overzeese gebieden van de Franse Republiek | territoriale gemeenschappen van de Franse Republiek ]
Französische Übersee-Körperschaft [ Gebietskörperschaften der Französischen Republik | Überseeterritorien der Französischen Republik | ÜLG Frankreich | ÜLG Frankreichs ]

Franse Gebieden in de zuidelijke Indische Oceaan | Franse Zuidelijke en Zuidpoolgebieden | Franse Zuidelijke Gebieden | TAAF [Abbr.]
die Französischen Süd- und Antarktisgebiete

econome | economist | econoom
Betriebswirtin | Ökonometrikerin | Volkswirtschaftler/Volkswirtschaftlerin | Wirtschaftsphysiker

Ministerie van de Franse Gemeenschap
Ministerium der Französischen Gemeinschaft

Minister-Voorzitter van de Franse Gemeenschapsexecutieve
Minister-Präsident der Exekutive der Französischen Gemeinschaft

Franse Gemeenschap
Französische Gemeinschaft

Frankrijk [ Franse Republiek ]
Frankreich [ die Französische Republik ]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Velen onder u hebben ongetwijfeld wel eens gehoord van de negentiende-eeuwse Franse econoom Frederic Bastiat en zijn beroemde kaarsenmakerspetitie - tegenwoordig welhaast verplichte economische literatuur - waarin gewezen wordt op de absurditeit van politieke inmenging in de economie.
Vielen von Ihnen wird mit Sicherheit der Name Frederic Bastiat bekannt sein. Dieser französische Ökonom des 19. Jahrhunderts wurde unter anderem durch seine berühmte Petition der Kerzenhersteller gegen die Sonne populär.

De Franse econoom Jean-Didier Lecaillon zegt iets soortgelijks.
Der französische Wirtschaftswissenschaftler Jean-Didier Lecaillon hat sich in ähnlicher Weise geäußert, und ich könnte weitere Beispiele nennen, vor allem Johannes Paul II. , dessen Stimme besonderes Gewicht hat.

– (FR) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, een gerenommeerde Franse econoom heeft onlangs een boek gepubliceerd getiteld “La politique de l’impuissance”, oftewel de politiek van de onmacht.
– (FR) Herr Präsident, Herr Kommissar! Ein ziemlich renommierter französischer Wirtschaftswissenschaftler hat gerade ein Buch mit dem Titel La politique de l’impuissance (Die Politik der Ohnmacht) veröffentlicht, und ich denke, das ist ein Gefühl, das viele unserer Mitbürger zu Recht nachvollziehen können.

– (FR) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, een gerenommeerde Franse econoom heeft onlangs een boek gepubliceerd getiteld “La politique de l’impuissance” , oftewel de politiek van de onmacht.
– (FR) Herr Präsident, Herr Kommissar! Ein ziemlich renommierter französischer Wirtschaftswissenschaftler hat gerade ein Buch mit dem Titel La politique de l’impuissance (Die Politik der Ohnmacht) veröffentlicht, und ich denke, das ist ein Gefühl, das viele unserer Mitbürger zu Recht nachvollziehen können.

– (PT) Mijnheer de Voorzitter, de beroemde Franse econoom Jean-Paul Fitoussi, wiens deskundigheid en gezond verstand alom gewaardeerd worden, stelt dat het economisch beheer binnen de Europese Unie uiteindelijk bij niet meer dan drie individuen berust: de staatssecretaris die belast is met het toezicht op de begroting, de minister die verantwoordelijk is voor het monetair beleid en de minister die het concurrentiebeleid coördineert en dynamiek verleent.
– (PT) Herr Präsident! Dem angesehenen französischen Wirtschaftswissenschaftler Jean-Paul Fitoussi zufolge, dessen Gelehrtheit und gesunden Menschenverstand wir ja alle bewundern, wird die Wirtschaft der EU von nur drei Leuten geführt: einem für die Finanzkontrolle zuständigen Staatssekretär, einem für die Geldpolitik zuständigen Minister und einem mit der Koordinierung und Ankurbelung der Wettbewerbspolitik beauftragten Minister.