De Franse Gemeenschapsregering voert aan, in het eerste middel, tweede onderdeel, in de zaak nr. 4199, dat de verplichting voor de Franstalige huurders van sociale woningen die zijn gelegen in de faciliteitengemeenten, om aan te tonen dat zij bereid zijn om Nederlands te leren, een inmenging vormt in hun privéleven die onbestaanbaar is met artikel 22 van de Grondwet en met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.
Die Regierung der Französischen Gemeinschaft führt im zweiten Teil des ersten Klagegrunds in der Rechtssache Nr. 4199 an, die Verpflichtung für die französischsprachigen Mieter von Sozialwohnungen in den Gemeinden mit Spracherleichterungen, nachzuweisen, dass sie zum Erlernen des Niederländischen bereit seien, stelle eine Einmischung in ihr Privatleben dar, die nicht mit Artikel 22 der Verfassung und mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention vereinbar sei.