Volgens het vierde lid van artikel 14, § 3, van het koninklijk besluit van 29 juni 1973, kunnen, in afwijking van het eerste lid, voor de ambtenaren in het kader van een eerste werving in de eerste klasse van de betrokken vakrichting, in klasse A2 in de gevallen bedoeld in artikel 20, derde lid (lees : artikel 20, § 2, tweede lid), van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel (hierna : koninklijk besluit van 2 oktober 1937) of in klasse A3 of A4, de diensten die in de privésector
of als zelfstandige zijn verricht, eveneens voor de toekenning van de verhogingen in weddeschaal in aanmerking word
...[+++]en genomen, wanneer die diensten, met de instemming van de minister tot wiens bevoegdheid de ambtenarenzaken behoren, een nuttige ervaring vormen voor de uitoefening van de functie in kwestie.Laut Absatz 4 von Artikel 14 § 3 des königlichen Erlasses vom 29. Juni 1973 können in Abweichung von Absatz 1 für di
e Beamten im Rahmen einer ersten Anwerbung in der ersten Klasse der betreffenden Fachrichtung, in Klasse A2 in den in Artikel 20 Absatz 3 (zu lesen ist: Artikel 20 § 2 Absatz 2) des königlichen Erlasses vom 2. Oktober 1937 zur Festlegung des Statuts der Staatsbediensteten (nachstehend: königlicher Erlass vom 2. Oktober 1937) vorgesehenen Fällen oder in der Klasse A3 oder A4 die im Privatsektor oder als Selbständiger geleisteten Dienste ebenfalls zur Gewährung der Erhöhungen in der Gehaltstabelle berücksichtigt werden, wenn
...[+++]diese Dienste mit dem Einverständnis des für den öffentlichen Dienst zuständigen Ministers eine sachdienliche Erfahrung für die Ausübung der betreffenden Funktion darstellen.