Volgens de verzoekende partijen voor de verwijzende rechter heeft de decreetgever met artikel 7, § 4, van het decreet van 6 juli 2001 de uitvoering van het voormelde vernietigingsarrest van de Raad van State onmogelijk gemaakt en heeft hij daardoor aan een categorie van burgers een fundamentele jurisdictionele waarborg ontnomen.
Nach Darlegung der klagenden Parteien vor dem vorlegenden Richter habe der Dekretgeber mit Artikel 7 § 4 des Dekrets vom 6. Juli 2001 die Ausführung des vorerwähnten Nichtigerklärungsurteils des Staatsrates unmöglich gemacht und somit einer Kategorie von Bürgern eine grundlegende Gerichtsbarkeitsgarantie entzogen.