49. wijst erop dat er een verband bestaat tussen het tekort aan en de handel in organen, omdat orgaanhandel de geloofwaardigheid van het systeem voor potentiële vrijwillige en onbetaalde donoren aantast; benadrukt dat commerciële exploitatie van organen onethisch is en in
strijd met de meest fundamentele menselijke normen en waarden; legt er de nadruk op dat orgaandonatie uit financiële overwegingen de donatie van een orgaan verlaagt tot een commerciële daad die een schending is van de menselijke waardigheid en inbreuk pleegt op artikel 21 van het Verdrag inzake de rechten van de mens en de biogeneeskunde en verboden is volgens artikel
...[+++] 3, lid 2 van het Handvest van de grondrechten van de EU; 49. weist darauf hin, dass insofern ein Zusammenhang zwischen Organmangel und Organhandel besteht, als der Organhandel die Glaubwürdigkeit des Systems gegenüber potenziell freiwilligen und unbezahlten Spendern beeinträchtigt; betont, dass jegliche kommerzielle Nutzung von Organen ethisch nicht vertretbar
und mit den meisten menschlichen Grundwerten unvereinbar ist; betont, dass finanziell motivierte Organspenden dazu führen, dass die Schenkung eines Organs zum bloßen Transfer eines Wirtschaftsguts degradiert wird, folglich eine Verletzung der Menschenwürde darstellen, gegen Artikel 21 des Übereinkommens über Menschenrechte und Biomediz
...[+++]in verstoßen und durch Artikel 3 Absatz 2 der Charta der Grundrechte der EU verboten sind;