Krachtens artikel 191bis van het Gerechtelijk Wetboek, organ
iseert de Hoge Raad voor de Justitie niet een selectieproef waarvoor het niet-geslaagd zijn de toegang tot het ambt van magistraat zou verhinderen, maar de voorwaarden waaron
der een persoon die gedurende ten minste twintig jaar het beroep van advocaat heeft uitgeoefend of die gedurende ten minst
e vijftien jaar die activiteit als voorn ...[+++]aamste beroepsactiviteit heeft uitgeoefend en gedurende ten minste vijf jaar een functie heeft uitgeoefend die een gedegen kennis van het recht vereist, wordt vrijgesteld van het in artikel 259bis -9, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde examen van beroepsbekwaamheid.
Kraft Artikel 191bis des Gerichtsgesetzbuches organisiert der Hohe Justizrat nicht eine Auswahlprüfung, deren Nichtbestehen den Zugang zum Amt eines Magistrats verhindern würde, sondern die Bedingungen, unter denen eine Person, die während mindestens zwanzig Jahren den Beruf als Rechtsanwalt ausgeübt hat oder die während mindestens fünfzehn Jahren diese Tätigkeit als Hauptberufstätigkeit ausgeübt und während mindestens fünf Jahren eine Funktion, die eine gründliche Rechtskenntnis erfordert, ausgeübt hat, von der in Artikel 259bis -9 § 1 des Gerichtsgesetzbuches erwähnten Prüfung der beruflichen Eignung befreit wird.