Vertaling van "gaan recente " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

vrijheid van komen en gaan
Freiheit, zu kommen und zu gehen

compatibel | in staat samen te gaan
kompatibel | verträglich

pilo-erectie | rechtop gaan staan van lichaamsharen
Piloarrektion | Sichaufrichten der Körperhaare

katalyseren | snel voort doen gaan
Katalyse | eine chem.Reaktionen beschleunigen

verstek laten gaan
säumig sein

verstek laten gaan
nicht erscheinen

handigheid om met mensen om te gaan
Kontaktfreude

vrijheid van komen en gaan
Bewegungsfreiheit

aan boord gaan
einsteigen

van boord gaan
aussteigen

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Hoewel de daadwerkelijke omvang van de mensenhandel maar moeilijk te bepalen valt, gaan recente schattingen ervan uit dat ieder jaar zo'n 500 000 vrouwen naar West-Europa worden gebracht.
Wenngleich der wahre Umfang des Menschenhandels nur schwer zu ermessen ist, muss man aufgrund der jüngsten Schätzungen davon ausgehen, dass jährlich etwa 500 000 Frauen nach Westeuropa verschleppt werden.

Tijdens de in oktober en december 2005 gehouden topconferenties erkenden de staatshoofden en regeringsleiders dit en vroegen zij de Commissie de nodige initiatieven te ontplooien Door de recente gebeurtenissen is nog eens onderstreept dat wij deze uitdaging niet uit de weg kunnen gaan.
Die Staats- und Regierungschefs haben dies auf ihren Gipfeltreffen im Oktober und Dezember 2005 anerkannt und die Kommission aufgerufen, sich damit zu befassen.

Bijzondere aandacht moet worden besteed aan interregionale evoluties, daar de trends op regionaal niveau in recente jaren sterker uiteen lijken te gaan lopen.
Besondere Aufmerksamkeit muss den interregionalen Entwicklungen gewidmet werden, da die Unterschiede bei den Trends auf regionaler Ebene in den letzten Jahren offenbar noch größer geworden sind.

Zonder dat het nodig is na te gaan of de bestreden verhoging van de rolrechten voor vorderingen die de diverse door de wetgever ingevoerde waardedrempels overschrijden, van dien aard is dat de toegang tot de rechter erdoor wordt belemmerd, inzonderheid ten aanzien van rechtzoekenden met beperkte financiële middelen, ermee rekening houdend dat de bestreden maatregelen bijkomend zijn ten aanzien van andere recente maatregelen, vermeld in B.9, die de financiële drempels voor de toegang tot justitie verhogen, volstaat het vast te stellen dat het criterium van de waarde niet pertinent is om de voormelde hoofddoelstelling van de wetgever te verwezenlijken.
Ohne dass es erforderlich wäre zu prüfen, ob die beanstandete Erhöhung der Eintragungsgebühren für Klagen, die über die durch den Gesetzgeber eingeführten Höchstwerte hinausgehen, den Zugang zum Gericht beeinträchtigen kann, insbesondere für Rechtsuchende mit begrenzten finanziellen Mitteln, angesichts dessen, dass die angefochtenen Maßnahmen zu anderen, in B.9 erwähnten Maßnahmen jüngeren Datums hinzukommen, wodurch die finanzielle Schwelle für den Zugang zur Justiz erhöht wird, reicht die Feststellung, dass das Kriterium des Wertes nicht sachdienlich ist, um das vorerwähnte Hauptziel des Gesetzgebers zu verwirklichen.

28. is verheugd over het recente akkoord over de vierde Anti-witwas-richtlijn en steunt het proactieve gebruik van alle middelen waar de nieuwe wetgeving in voorziet om deze praktijken tegen te gaan; verzoekt de Commissie de anti-witwas-wetgeving van de EU voortdurend tegen het licht te houden om ervoor te zorgen dat de corruptie in de sport wordt bestreden en dat de in de EU geregistreerde sportbonden en hun bestuurders worden gecontroleerd;
28. begrüßt die kürzlich erfolgte Einigung auf die vierte Richtlinie über die Bekämpfung der Geldwäsche und unterstützt den offensiven Einsatz aller innerhalb der neuen Rechtsvorschrift vorgesehenen Mittel, um dieses Problem in den Griff zu bekommen; fordert die Kommission auf, die Rechtsvorschriften zur Bekämpfung der Geldwäsche laufend zu prüfen, damit sie ausreichen, um die Korruption im Sport zu bekämpfen, und damit die in der EU eingetragenen Leitungsorgane des Sports und deren Offizielle in ausreichendem Maße kontrolliert werden;

De criteria voor het vaststellen van de verantwoordelijke lidstaat gaan, in hiërarchische volgorde, van familiale overwegingen en het recente bezit van een visum of verblijfsvergunning in een lidstaat tot het feit of de asielzoeker de EU al dan niet op regelmatige wijze is binnengekomen.
Die Kriterien für die Bestimmung der Zuständigkeit reichen von familiären Umständen über kürzlichen Besitz eines Visums oder Aufenthaltstitels für einen Mitgliedstaat bis zur Frage, ob der Antragsteller irregulär oder regulär in die EU eingereist ist.

7. herinnert eraan dat de internationale overeenkomst dient te waarborgen dat er in de ontwikkelde landen collectieve beperkingen van de emissies van broeikasgassen worden bereikt die in 2020 vergeleken bij 1990 bij de hogere waarden van het traject van 25-40% liggen, zoals is aanbevolen in het vierde verslag van het Internationale panel inzake klimaatverandering (IPCC 4AR), en dat recent wetenschappelijk onderzoek erop lijkt te wijzen dat er behoefte is aan een emissiebeperking van ten minste 40%; dringt erop aan dat deze beperking in het binnenland wordt behaald; herinnert eraan dat er voor de EU en de overige ontwikkelde landen een langetermijndoelstelling van tenminste 80% in 2050 ten opzichte van 1990 moet worden vastgesteld; herinnert eraan dat de uitstoot van broeikasgassen in de wereld uiterlijk in 2015 moet gaan dalen; benadrukt de noodzaak dat de reductiedoelen waarover in de internationale overeenkomst overeenstemming is bereikt aansluiten bij de 2°C-doelstelling en stroken met de meest recente wetenschappelijke inzichten; dringt daarom aan op een regelmatige herziening van de overeenkomst om ervoor te zorgen dat de reductiedoelstellingen ambitieus genoeg zijn om de 2°C-doelstelling te halen en dat deze doelstellingen aansluiten bij de meest recente wetenschappelijk inzichten; dringt aan op invoering van een wereldwijd koolstofregistratiemechanisme;
7. stellt erneut fest, dass mit dem internationalen Übereinkommen dafür gesorgt werden sollte, dass in den Industriestaaten eine kollektive Verringerung der Treibhausgasemissionen zu erreichen ist, die am oberen Ende der im Vierten Sachstandsbericht (AR4) des Zwischenstaatlichen Ausschusses für Klimaänderungen (IPCC) empfohlenen Spannweite von 25 bis 40 % bis 2020 gegenüber dem Stand von 1990 liegt, und macht darauf aufmerksam, dass nach aktuellen wissenschaftlichen Daten eine Verringerung der Emissionen um mindestens 40 %, erforderlich ist; fordert, diese Verringerungen im Inland zu erzielen; weist darauf hin, dass der Europäischen Union und den anderen Industriestaaten langfristig ein Reduktionsziel von mindestens 80 % bis 2050 gegenüber dem Stand von 1990 vorgegeben werden sollte; macht darauf aufmerksam, dass die weltweiten Treibhausgasemissionen spätestens 2015 zu sinken beginnen sollten; betont, dass die in dem internationalen Übereinkommen vereinbarten Reduktionsziele mit dem 2 °C-Ziel und mit den neuesten wissenschaftlichen Erkenntnissen in Einklang stehen müssen; fordert deshalb dazu auf, in dem Übereinkommen regelmäßige Überprüfungen im Abstand von fünf Jahren festzuschreiben, damit die Reduktionsziele im Hinblick auf die Erreichung des 2 °C-Ziels hinreichend ambitioniert formuliert werden und auch weiterhin mit den neuesten wissenschaftlichen Erkenntnissen in Einklang stehen; fordert dazu auf, ein weltweites System zur Erfassung von CO2-Emissionen einzurichten;

6. herinnert eraan dat de internationale overeenkomst dient te waarborgen dat er in de ontwikkelde landen collectieve beperkingen van de emissies van broeikasgassen worden bereikt die in 2020 vergeleken bij 1990 bij de hogere waarden van het traject van 25-40% liggen, zoals is aanbevolen in het vierde verslag van het Internationale panel inzake klimaatverandering (IPCC 4AR), en dat recent wetenschappelijk onderzoek erop lijkt te wijzen dat er behoefte is aan een emissiebeperking van ten minste 40 %; dringt erop aan dat deze beperking in het binnenland wordt behaald; herinnert eraan dat er voor de EU en de overige ontwikkelde landen een langetermijndoelstelling van tenminste 80% in 2050 ten opzichte van 1990 moet worden vastgesteld; herinnert eraan dat de uitstoot van broeikasgassen in de wereld uiterlijk in 2015 moet gaan dalen; benadrukt de noodzaak dat de reductiedoelen waarover in de internationale overeenkomst overeenstemming is bereikt aansluiten bij de 2°C-doelstelling en stroken met de meest recente wetenschappelijke inzichten; dringt daarom aan op een regelmatige herziening van de overeenkomst om ervoor te zorgen dat de reductiedoelstellingen ambitieus genoeg zijn om de 2°C- doelstelling te halen en dat deze doelstellingen aansluiten bij de meest recente wetenschappelijk inzichten; dringt aan op invoering van een wereldwijd koolstofregistratiemechanisme;
6. stellt erneut fest, dass mit dem internationalen Übereinkommen dafür gesorgt werden sollte, dass in den Industriestaaten eine kollektive Verringerung der Treibhausgasemissionen zu erreichen ist, die am oberen Ende der im Vierten Sachstandsbericht (AR4) des Zwischenstaatlichen Ausschusses für Klimaänderungen (IPCC) empfohlenen Spannweite von 25 bis 40 % bis 2020 gegenüber dem Stand von 1990 liegt, und macht darauf aufmerksam, dass nach aktuellen wissenschaftlichen Daten eine Verringerung der Emissionen um mindestens 40 %, und zwar im Inland, erforderlich ist; weist darauf hin, dass der EU und den anderen Industriestaaten langfristig ein Reduktionsziel von mindestens 80 % bis 2050 gegenüber dem Stand von 1990 vorgegeben werden sollte; macht darauf aufmerksam, dass die weltweiten Treibhausgasemissionen spätestens 2015 zu sinken beginnen sollten; betont, dass die in dem internationalen Übereinkommen vereinbarten Reduktionsziele mit dem 2‑°C-Ziel und mit den neuesten wissenschaftlichen Erkenntnissen in Einklang stehen müssen; fordert deshalb dazu auf, in dem Übereinkommen regelmäßige Überprüfungen im Abstand von fünf Jahren festzuschreiben, damit die Reduktionsziele im Hinblick auf die Erreichung des 2‑°C-Ziels hinreichend ambitioniert formuliert werden und auch weiterhin mit den neuesten wissenschaftlichen Erkenntnissen in Einklang stehen; fordert dazu auf, ein weltweites System zur Erfassung von CO2-Emissionen einzurichten;

2. stelt vast dat de recente conflicten tussen Rusland en zijn buurlanden over de gasprijzen maar ook de recente stijging van de prijs van ruwe olie laten zien dat de levering en toevoer van energie kwetsbaar is; verklaart dat het energiebeleid in engere zin in samenhang gezien moet worden met het buitenlands en het veiligheidsbeleid; verzoekt de Commissie om in te gaan op recente verzoeken om een gemeenschappelijk energiebeleid vast te stellen;
2. stellt fest, dass der jüngste Gasstreit zwischen Russland und seinen Nachbarn sowie der kürzliche Mineralölpreisanstieg die Anfälligkeit der Energieversorgung und -verteilung deutlich gemacht haben; ist der Auffassung, dass die Energiepolitik im engeren Sinn mit der Außen- und Sicherheitspolitik verknüpft werden muss; fordert die Kommission auf, den in neuerer Zeit erhobenen Forderungen nach einer gemeinsamen Energiepolitik nachzukommen;