Wanneer een lidstaat besluit over te gaan tot doorgeleiding over het grondgebied van een andere lidstaat, die altijd moet plaatsvinden onder begeleiding van personeel van de uitvoerende lidstaat, kunnen de doorgeleidingsoperaties niet worden uitgevoerd zonder de voorafgaande toestemming van de lidstaat waar de doorgeleiding moet plaatsvinden.
Beschließt ein Mitgliedstaat die Durchbeförderung durch das Hoheitsgebiet eines anderen Mitgliedstaats - diese hat unter allen Umständen mit Begleitkräften des eine Rückführungsmaßnahme durchführenden Mitgliedstaats zu erfolgen -, so bedarf die Durchbeförderung der vorherigen Zustimmung des Mitgliedstaats, durch dessen Hoheitsgebiet die Durchbeförderung erfolgen soll.