4. De lidstaten schrijven voor dat exploitanten en eigenaars van niet-productie-installaties ervoor zorgen dat advies van de onafhankelijke verificateur uit hoofde van lid 3, punt a), alsook de reacties en maatregelen ten gevolge van dat advies ter beschikking van de bevoegde autoriteit worden gesteld en door de exploitant of de eigenaar van een niet-productie-installatie worden bewaard gedurende zes maanden na voltooiing van de offshore olie- en gasactiviteiten waarop zij betrekking hebben.
4. Die Mitgliedstaaten verlangen, dass Betreiber und Eigentümer von Nichtförderanlagen sicherstellen, dass die zuständige Behörde über die Ratschläge des unabhängigen Prüfers gemäß Absatz 3 Buchstabe a und über die auf diesen Ratschlägen beruhenden Reaktionen und Maßnahmen in Kenntnis gesetzt wird und dass die entsprechende Dokumentation vom Betreiber oder Eigentümer einer Nichtförderanlage nach Abschluss der betreffenden Offshore-Erdöl- und -Erdgasaktivitäten mindestens sechs Monate lang aufbewahrt wird.