18. stelt voor dat de lidstaten de binnenkomst en het verblijf van seizoenarbeiders, gezien de tijdelijke aard van dit soort immigratie, vergemakkelijken, naar gelang de behoeften van de respectieve economische sectoren; is van mening dat het gevoel van onvrijheid en de angst van illegale seizoenarbeiders dat zij later niet meer in staat zullen zijn om het gastland legaal binnen te komen, hiermee zouden worden weggenomen;
18. schlägt vor, dass die Mitgliedstaaten Einreise und Aufenthalt von Saisonarbeitern angesichts des temporären Charakters dieser Kategorie von Zuwanderern und entsprechend dem Bedarf der jeweiligen Wirtschaftssektoren erleichtern; vertritt die Ansicht, dass Einschränkungen der Freiheit und die Befürchtungen illegaler Saisonarbeiter, nicht auf legale Weise ins Land wiedereinreisen zu können, dadurch vermieden würden;