„mobiliteit”: het zich fysiek naar een ander land begeven om er te studeren, werkervaring op te doen, onderzoek te doen, een andere leer-, onderwijs- of onderzoekservaring of daarmee verband houdende administratieve activiteit uit te oefenen, wat waar mogelijk wordt ondersteund door ter voorbereiding de taal van het gastland te leren.
„Mobilität“ den physischen Wechsel einer Person in ein anderes Land, um dort zu studieren, ein Praktikum zu absolvieren oder einer anderen Lehr- oder Lernaktivität bzw. einer damit verbundenen administrativen Tätigkeit nachzugehen, unterstützt, soweit möglich, durch vorbereitenden Unterricht in der Sprache des Aufnahmelandes.