In het tweede onderdeel van de prejudiciële vraag vraagt de verwijzende rechter het Hof of het derde lid van de in het geding zijnde bepaling een verschil in behandeling invoert tussen adoptanten, dat strijdig zou zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat, indien de eerste adoptie gebeurde door echtgenoten van wie één van beiden is overleden of indien de adoptie ten aanzien van één van hen werd herroepen, een nieuwe adoptie slechts kan gebeuren door de nieuwe echtgenoot van de andere echtgenoot.
Im zweiten Teil der präjudiziellen Frage fragt der Verweisungsrichter den Hof, ob der dritte Absatz der beanstandeten Bestimmung einen mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung unvereinbaren Behandlungsunterschied zwischen Adoptierenden einführt, indem er, wenn die erste Adoption durch Ehegatten erfolgte, von denen einer verstorben ist, oder wenn die Adoption hinsichtlich eines von ihnen widerrufen wurde, eine erneute Adoption nur durch den neuen Ehegatten des anderen Ehegatten ermöglicht.