7. onderstreept dat het combineren van werk en gezinsleven een noodzakelijke voorwaarde is voor feitelijke gelijkheid en toont zich verheugd over de bemoedigende initiatieven die
de lidstaten op dit gebied hebben genomen, met name ten aanzien
van kinderopvang; meent echter dat deze kwestie niet beperkt mag blijven tot de verbetering van de infrastructuur voor de opvang van kinderen, maar ook van andere personen ten laste, zoals ouderen, zieken of gehandicapten
, een gebied waarop weinig ...[+++] vooruitgang is geboekt;
7. unterstreicht, dass für eine tatsächliche Gleichstellung die Vereinbarung von Berufs- und Familienleben eine vorrangige Voraussetzung ist, und begrüßt die von den Mitgliedstaaten in diesem Bereich ergriffenen ermutigenden Initiativen was die Kinderbetreuungsstrukturen anbetrifft; ist indessen der Ansicht, dass diese Frage sich nicht auf die Verbesserung der Kinderbetreuungsinfrastrukturen beschränkt, sondern auch andere unterhaltsberechtigte Personen wie alte Menschen, Kranke oder Behinderte betrifft, wo wenig Fortschritte erzielt wurden;