5. onderstreept de plicht van de Commissie en de Raad om, in samenwerking met het Parlement, het optreden op het gebied van het buitenlands beleid ten volle te coördineren ter bevordering en verzekering van de samenhang, doeltreffendheid, doorzichtigheid en democratische controleerbaarheid van het buitenlands beleid van de EU en is van mening dat een redelijk en alert partnerschap tussen de instellingen van de Unie en de lidstaten nodig is;
5. weist mit Nachdruck auf die Pflicht der Kommission und des Rates hin, das Vorgehen im Bereich der Außenpolitik in Zusammenarbeit mit dem Parlament voll abzustimmen, um die Kohärenz, Wirksamkeit, Transparenz und demokratische Kontrolle der Außenpolitik der Europäischen Union zu verbessern und zu gewährleisten, und ist der Auffassung, dass eine vernünftige und rücksichtsvolle Partnerschaft zwischen den Organen der Union und den Mitgliedstaaten vonnöten ist;