Het Hof stelt dus vast dat de opschorting van het gemeenschapsrecht in het noordelijke deel, als bedoeld in het protocol bij de toetredingsakte, niet in de weg staat aan de toepassing van de Brussel I-verordening op een beslissing van een in het door de regering gecontroleerde gebied zetelend Cypriotisch gerecht, die echter betrekking heeft op een in dat noordelijke deel gelegen stuk grond.
Der Gerichtshof gelangt daher zu dem Schluss, dass die im Protokoll zur Beitrittsakte vorgesehene Aussetzung des gemeinschaftlichen Besitzstands im Nordteil der Anwendung der Verordnung Brüssel I auf die Entscheidung eines zyprischen Gerichts mit Sitz im von der Regierung kontrollierten Gebiet, die jedoch ein Grundstück im Nordteil betrifft, nicht entgegensteht.
