31. is van mening dat het bbp het belangrijkste criterium moet blijven v
oor de bepaling van gebieden die voor maximale onder
steuning in aanmerking komen (namelijk gebieden met een bbp per hoofd van de bevolking van minder dan 75% van het EU-gemiddelde) en eventueel ook van de desbetreffende cohesielanden (met een bni van minder dan 90% van het EU-gemiddelde); is van mening dat de bevoegde nationale en regionale autoriteiten de nodige spee
lruimte moet worden geboden om – op het juiste ...[+++]besluitvormingsniveau, voor elke doelstelling afzonderlijk en op een wijze die de relatieve geografische concentraties weerspiegelt – ook gebruik te maken van andere indicatoren, die in de respectieve ontwikkelings- en investeringspartnerschapscontracten moeten worden vastgelegd en aan de hand waarvan de sociale, economische, ecologische, demografische en geografische problemen waarmee zij te kampen hebben kunnen worden beoordeeld, en dat het gebruik van die indicatoren voor gerichte territoriale steun via de structuurfondsenverordeningen moet worden aangemoedigd in de regio's waar dit tot een grotere toegevoegde waarde en concentratie van EU-steun leidt; 31. ist der Auffassung, dass das BIP weiter das zentrale Kriterium zur Bestimmung von Höchstfördergebieten (die mit einem Pro-Kopf-BIP niedriger als 75 % des EU-Durchschnitts) und ggf. Kohäsionsstaaten (Pro-Kopf-BNE niedriger als 90 % des EU-Durchschnitts) bleiben muss; ist der Auffassung, dass den zuständigen nationalen und regionalen Stel
len die Möglichkeit gegeben werden sollte, in den geeigneten Entscheidungsgremien für jedes Ziel und unter Achtung der räumlichen Konzentration andere Indikatoren einzubeziehen, die in den Entwicklungs- und Investitionspartnerschaftsübereinkommen festzulegen sind und mit denen die
...[+++] jeweiligen gesellschaftlichen, wirtschaftlichen, ökologischen, demografischen und geografischen Herausforderungen bewertet werden können und dass deren Nutzung für die gebietsbezogene Ausrichtung durch die Verordnungen zum Strukturfonds gefördert werden sollte, sofern dadurch ein höherer Mehrwert und eine stärkere Konzentration der EU-Mittel gewährleistet werden;