24. neemt kennis van de initiatieven van lidstaten arbeid en gezinsleven op elkaar te doen aansluiten, maar acht de tot dusverre geboekte vooruitgang nog beperkt; steunt derhalve de oproep van de Commissie aan de lidstaten de sociale partners zich te verplichten tot totstandbrenging van gezinsvriendelijker arbeidsomstandigheden; stelt in dit verband vast dat de lidstaten kwantitatieve doelen dienen vast te stellen ter verbetering van de faciliteiten voor de opvang van kinderen en andere personen ten laste, en dat zij specifieke nationale doelen moeten bepalen;
24. nimmt die Initiativen der Mitgliedstaaten zur Vereinbarkeit von Arbeits- und Familienleben zur Kenntnis, hält die Fortschritte jedoch nach wie vor für begrenzt; unterstützt deshalb die Aufforderung der Kommission an die Mitgliedstaaten und die Sozialpartner, sich für die Schaffung familienfreundlicherer Arbeitsbedingungen einzusetzen; weist in diesem Zusammenhang darauf hin, dass die Mitgliedstaaten quantitative Ziele für die Verbesserung der Betreuungsmöglichkeiten für Kinder und andere abhängige Personen festlegen und spezifische nationale Zielvorgaben definieren sollten;