Omdat hij oordeelde dat het toekennen van een vorderingsrecht vanaf de geboorte problemen kan doen rijzen bij de vertegenwoordiging van de minderjarige en belangentegenstellingen met zich kan meebrengen, heeft hij ervoor gekozen het kind een zelfstandig vorderingsrecht toe te kennen vanaf het ogenblik dat het moet worden geacht zelf een weloverwogen beslissing te kunnen nemen (Gedr. St., Senaat, 1984-1985, nr. 904-2, pp. 115 en volgende).
Weil er urteilte, dass das Zuerkennen eines Klagerechts vom Zeitpunkt der Geburt an Probleme bei der Vertretung des Minderjährigen hervorrufen kann und Interessenkonflikte zur Folge haben kann, hat der Gesetzgeber sich entschieden, dem Kind von dem Zeitpunkt an ein selbständiges Klagerecht einzuräumen, zu dem es als fähig angesehen werden muss, selbst eine gut überlegte Entscheidung fällen zu können (Parl. Dok., Senat, 1984-1985, Nr. 904-2, SS. 115 ff.).