1. het gebruik van bevroren tegoeden voor de dekking van essentiële menselijke behoeften van een in de lijst van artikel 2, lid 3, vermeld natuurlijk persoon of een lid van diens gezin, met inbegrip van betalingen voor levensmiddelen, geneesmiddelen, de huur of de hypotheeklening voor de gezinswoning en vergoedingen en kosten voor geneeskundige behandeling van gezinsleden binnen de Gemeenschap;
1. die Verwendung eingefrorener Gelder innerhalb der Gemeinschaft zur Deckung der Grundbedürfnisse einer in der Liste nach Artikel 2 Absatz 3 aufgeführten natürlichen Person oder ihrer Familienmitglieder, insbesondere Zahlungen für Lebensmittel, Arzneimittel, die Miete oder Hypothek für die Familienwohnung und Gebühren und Honorare für ärztliche Behandlungen der Familienmitglieder;