In de tweede plaats acht de wetgever de wettelijke basis voor het gebruik van dwangmiddelen door politiediensten en door het openbaar ministerie in de fase van de strafuitvoering, die een inbreuk vormen op het recht op privéleven, de onschendbaarheid van de woning of het eigendomsrecht van de veroordeelde of van derden, onvoldoende duidelijk (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2934/001 en DOC 53-2935/001, pp. 7-8).
An zweiter Stelle erachtet der Gesetzgeber die gesetzliche Grundlage für die Anwendung von Zwangsmitteln durch Polizeidienste und durch die Staatsanwaltschaft in der Phase der Strafvollstreckung, die eine Verletzung des Rechtes auf Privatleben, der Unverletzlichkeit der Wohnung oder des Eigentumsrechts der Verurteilten oder Dritter darstellen, als nicht deutlich genug (Parl. Dok., Kammer, 2012-2013, DOC 53-2934/001 und DOC 53-2935/001, SS. 7-8).