Vertaling van "gebruikers 11 de militaire capaciteit blijft " (Nederlands → Duits) :

De lidstaten in het kader van de Raad bijeen [10] hebben de algemene behoeften van Europa aan een ruimtesysteem voor militaire operaties gepeild en hebben de nadruk gelegd op de noodzakelijke interoperabiliteit tussen civiele en militaire gebruikers[11]. De militaire capaciteit blijft onder de bevoegdheid van de lidstaten ressorteren.
Die Mitgliedstaaten haben im Rat [10] den einschlägigen Bedarf Europas an Raumfahrtsystemen für Militäroperationen ermittelt und die Bedeutung der Interoperabilität zwischen zivilen und militärischen Verwendungszwecken hervorgehoben [11].

4. De verbodsbepalingen van de leden 1 en 2 is niet van toepassing op de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van goederen en technologie voor tweeërlei gebruik die bestemd zijn voor de luchtvaart en voor de ruimtevaart, of de daarmee verband houdende technische of financiële bijstand, voor niet-militair gebruik en voor een niet-militaire eindgebruiker, alsmede voor het onderhoud en de veiligheid van de bestaande civiele nucleaire capaciteit binnen de EU, voor niet militair gebruik en voor een niet-militaire eindgebruiker”.
(4) Die Verbote gemäß den Absätzen 1 und 2 gelten nicht für den Verkauf, die Lieferung, die Verbringung oder die Ausfuhr von Gütern und Technologien mit doppeltem Verwendungszweck, die für die Luft- und Raumfahrt bestimmt sind, oder die damit verbundene Erbringung technischer und finanzieller Unterstützung, für nichtmilitärische Zwecke oder für nichtmilitärische Endnutzer, sowie für die Wahrung und die Sicherheit vorhandener ziviler nuklearer Kapazitäten innerhalb der EU für nichtmilitärische Zwecke und für nichtmilitärische Endnutzer.“

43. is van mening dat het bundelen en delen van militaire capaciteit geen wondermiddel is, maar wel een belangrijk antwoord kan bieden op de tekortkomingen in de Europese capaciteit; is verheugd over de faciliterende rol van het EDA en de reeds geboekte vooruitgang; is van mening dat het bundelen en delen niet alleen op het vlak van gezamenlijke toelevering moet worden overwogen, maar ook op het vlak van integratie en dat het ook betrekking moet hebben op het gedeelde onderhoud en gebruik van de capaciteit;
43. ist der Auffassung, dass die Bündelung und gemeinsame Nutzung militärischer Fähigkeiten – wenngleich sie kein Patentrezept ist – eine wichtige Antwort auf die Mängel der europäischen Fähigkeiten darstellt; begrüßt die fördernde Rolle der EDA und die bisher erzielten Fortschritte; ist der Auffassung, dass die Bündelung und gemeinsame Nutzung nicht lediglich für eine gemeinsame Beschaffung, sondern auch im Hinblick auf eine Integration in Betracht gezogen werden sollte, und dass sie sich auf die gemeinsame Wartung und Verwendung von Fähigkeiten erstrecken sollte;

9. onderstreept het belang van afschrikking en daarmede ook de noodzaak voor Europese landen om over geloofwaardige militaire capaciteit te beschikken; spoort de lidstaten ertoe aan hun inspanningen met het oog op de gezamenlijke ontwikkeling van militaire capaciteit op te voeren, met name via de aanvullende 'Pooling en Sharing’ en ‘Smart Defence’-initiatieven van de EU en de NAVO, die in tijden van krappe defensiebegrotingen uiterst belangrijke stappen voorwaarts zijn; herhaalt in dit verband zijn standpunt dat de nationale ministeries van defensie meer respect moeten hebben voor en gebruik moeten maken van het werk van het Europees Defensieagentschap; spoort de lidstaten en de EDEO bovendien aan het debat voort te zetten met als doel de in het Verdrag van Lissabon voorziene permanente gestructureerde samenwerking tot stand te brengen;
9. unterstreicht die Bedeutung der Abschreckung und damit auch der Notwendigkeit für europäische Länder, über glaubwürdige militärische Fähigkeiten zu verfügen; bestärkt die Mitgliedstaaten darin, ihre Anstrengungen zur gemeinschaftlichen Entwicklung militärischer Fähigkeiten zu verstärken, insbesondere durch die ergänzenden Initiativen „Pooling und Sharing“ und „Smart Defence“ von EU und NATO, die in Zeiten von knappen Verteidigungshaushalten äußerst wichtige zukunftsweisende Schritte sind; wiederholt in diesem Zusammenhang seine Forderung, dass die Arbeit der Europäischen Verteidigungsagentur von den nationalen Verteidigungsministerien stärker respektiert und genutzt werden sollte; bestärkt die Mitgliedstaaten und den EAD ferner, die Debatte im Hinblick auf die Einrichtung der im Vertrag von Lissabon vorgesehenen Ständigen Strukturierten Zusammenarbeit fortzusetzen;

4. De verbodsbepalingen van de leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op de uitvoer, verkoop, levering of overdracht van goederen en technologie voor tweeërlei gebruik voor de luchtvaart en voor de ruimtevaart, of de daarmee verband houdende technische of financiële bijstand, voor niet-militair gebruik en voor een niet-militaire eindgebruiker, alsmede voor het onderhoud en de veiligheid van de bestaande civiele nucleaire capaciteit binnen de EU, voor niet-militair gebruik en voor een niet-militaire eindgebruiker”.
(4) Die Verbote gemäß den Absätzen 1 und 2 gelten nicht für die Ausfuhr, den Verkauf, die Lieferung oder die Verbringung von Gütern und Technologien mit doppeltem Verwendungszweck für die Luft- und Raumfahrt, oder die damit verbundene Erbringung technischer oder finanzieller Unterstützung, für nichtmilitärische Zwecke und für nichtmilitärische Endnutzer sowie für die Wahrung und Sicherung vorhandener ziviler nuklearer Kapazitäten innerhalb der EU für nichtmilitärische Zwecke und für nichtmilitärische Endnutzer.“

4. De verbodsbepalingen van de leden 1 en 2 is niet van toepassing op de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van goederen en technologie voor tweeërlei gebruik die bestemd zijn voor de luchtvaart en voor de ruimtevaart, of de daarmee verband houdende technische of financiële bijstand, voor niet-militair gebruik en voor een niet-militaire eindgebruiker, alsmede voor het onderhoud en de veiligheid van de bestaande civiele nucleaire capaciteit binnen de EU, voor niet militair gebruik en voor een niet-militaire eindgebruiker.
(4) Die Verbote gemäß den Absätzen 1 und 2 gelten nicht für den Verkauf, die Lieferung, die Verbringung oder die Ausfuhr von Gütern und Technologien mit doppeltem Verwendungszweck, die für die Luft- und Raumfahrt bestimmt sind, oder die damit verbundene Erbringung technischer und finanzieller Unterstützung, für nichtmilitärische Zwecke oder für nichtmilitärische Endnutzer, sowie für die Wahrung und die Sicherheit vorhandener ziviler nuklearer Kapazitäten innerhalb der EU für nichtmilitärische Zwecke und für nichtmilitärische Endnutzer.

4. De verbodsbepalingen van de leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op de uitvoer, verkoop, levering of overdracht van goederen en technologie voor tweeërlei gebruik voor de luchtvaart en voor de ruimtevaart, of de daarmee verband houdende technische of financiële bijstand, voor niet-militair gebruik en voor een niet-militaire eindgebruiker, alsmede voor het onderhoud en de veiligheid van de bestaande civiele nucleaire capaciteit binnen de EU, voor niet-militair gebruik en voor een niet-militaire eindgebruiker.
(4) Die Verbote gemäß den Absätzen 1 und 2 gelten nicht für die Ausfuhr, den Verkauf, die Lieferung oder die Verbringung von Gütern und Technologien mit doppeltem Verwendungszweck für die Luft- und Raumfahrt, oder die damit verbundene Erbringung technischer oder finanzieller Unterstützung, für nichtmilitärische Zwecke und für nichtmilitärische Endnutzer sowie für die Wahrung und Sicherung vorhandener ziviler nuklearer Kapazitäten innerhalb der EU für nichtmilitärische Zwecke und für nichtmilitärische Endnutzer.

23. onderstreept de rol van de NAVO naast het buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie en het feit dat de NAVO een cruciale bewaker van de transatlantische stabiliteit en veiligheid blijft; herhaalt dat het in het belang van de partners is om de slagkracht van zowel de NAVO als de EU te versterken en dat met name de NAVO zijn potentieel als politiek debatforum moet ontwikkelen in een echte partnerschap van gelijken, waarbij een goed evenwicht moet bestaan tussen de instrumenten van preventie, crisisbeheer en militaire capaciteit; beveelt in dit verband aan dat er sprake moet zijn van een nauwere veiligheidsband tussen de NAVO en de Europese Unie, rekening houdend met het onafhankelijke karakter van de beide organisaties; onderstreept dat alle militaire interventies in principe onder het mandaat van de VN en in overeenstemming met het Handvest moeten plaatsvinden;
23. weist mit Nachdruck auf die Bedeutung der Rolle der NATO und der europäischen Außen- und Sicherheitspolitik hin sowie darauf, dass die NATO immer noch ein Garant der transatlantischen Stabilität und Sicherheit ist; bekräftigt, dass es im Interesse der Partner ist, die Fähigkeiten sowohl der NATO als auch der Europäischen Union zu stärken, und dass insbesondere die NATO ihr Potenzial als Forum für eine politische Debatte in einer echten Partnerschaft auf Augenhöhe entwickeln sollte, wobei ein vernünftiges Gleichgewicht zwischen den Instrumenten der Prävention, der Krisenbewältigung und der militärischen Kapazität erzielt werden sollte; empfiehlt in diesem Zusammenhang, die derzeitigen Beziehungen zwischen der NATO und der Europäischen Union in Sicherheitsfragen auszubauen und dabei die Eigenständigkeit beider Organisationen zu wahren; weist mit Nachdruck darauf hin, dass alle Militärinterventionen von den Vereinten Nationen grundsätzlich im Einklang mit der UN-Charta angeordnet werden sollten;

23. onderstreept de rol van de NAVO naast het buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie en het feit dat de NAVO een cruciale bewaker van de transatlantische stabiliteit en veiligheid blijft; herhaalt dat het in het belang van de partners is om de competenties van zowel de NAVO als de EU te versterken en dat met name de NAVO zijn potentieel als politiek debatforum moet ontwikkelen in een echte partnerschap van gelijken, waarbij een goed evenwicht moet bestaan tussen de instrumenten van preventie, crisisbeheer en militaire capaciteit; beveelt in dit verband aan dat er sprake moet zijn van een nauwere veiligheidsband tussen de NAVO en de Europese Unie, rekening houdend met het onafhankelijke karakter van de beide organen; onderstreept dat alle militaire interventies in principe onder het mandaat van de VN en in overeenstemming met het Handvest moeten plaatsvinden;
23. weist mit Nachdruck auf die Bedeutung der Rolle der NATO und der europäischen Außen- und Sicherheitspolitik hin sowie darauf, dass die NATO immer noch ein Garant der transatlantischen Stabilität und Sicherheit ist; bekräftigt, dass es im Interesse der Partner ist, die Fähigkeiten sowohl der NATO als auch der EU zu stärken, und dass insbesondere die NATO ihr Potenzial als Forum für eine politische Debatte in einer echten Partnerschaft auf Augenhöhe entwickeln sollte, wobei ein vernünftiges Gleichgewicht zwischen den Instrumenten der Prävention, der Krisenbewältigung und der militärischen Kapazität erzielt werden sollte; empfiehlt in diesem Zusammenhang, die derzeitigen Beziehungen zwischen der NATO und der Europäischen Union in Sicherheitsfragen auszubauen und dabei die Eigenständigkeit beider Organisationen zu wahren; weist mit Nachdruck darauf hin, dass alle Militärinterventionen von den Vereinten Nationen grundsätzlich im Einklang mit der UN-Charta angeordnet werden sollten;