50. herinnert aan de noodzaak de voor staten bestemde ontwikkelingshulp afhankelijk te maken van de eerbiediging van de grondrechten; herhaalt dat het voor een efficiënt
e toewijzing van de middelen voor Europese ontwikkelingshulp noodzakelijk is dat de Europese Unie in staat is het gebruik van deze middelen doeltreffend te controleren en zich ervan te vergewissen dat zij niet voor andere dan de oorspronkelijk
e doeleinden worden gebruikt; bevestigt dat het voor een
doeltreffende bevordering van de ...[+++]mensenrechten noodzakelijk is de samenhang tussen het extern en intern beleid van de Unie te verbeteren, overeenkomstig de EU-doelstellingen inzake ontwikkeling;
50. weist darauf hin, dass die Entwicklungshilfe für einzelne Staaten an die Bedingung geknüpft werden muss, dass dort die Grundrechte geachtet werden; bekräftigt, dass die Union für eine sinnvolle Zuteilung der Mittel der Entwicklungshilfe der EU in der Lage sein muss, die Verwendung der Mittel wirksam zu kontrollieren, um sicherzustellen, dass die Mittel nicht zweckentfremdet werden; bekräftigt, dass die Kohärenz zwischen dem außen- und innenpolitischen Handeln der Union entsprechend den entwicklungspolitischen Zielen der EU verbessert werden muss, damit die Menschenrechte auch tatsächlich gewahrt werden;