Ik ben verbaasd over het feit dat de Rekenkamer opnieuw hoge overdrachtspercentages in de uitvoering van de begroting van de Stichting heeft geconstateerd (43 procent voor huishoudelijke uitgaven en 45 procent voor beleidsuitgaven) en over de twijfels die de Rekenkamer heeft over de vraag of de Stichting aan de regel van de jaarperiodiciteit van de begroting voldoet.
Ich bin erstaunt darüber, dass der Rechnungshof wiederum einen hohen Prozentsatz von auf das folgende Haushaltsjahr übertragenen Mittelbindungen im Haushalt der Stiftung (43 % bei den Verwaltungsausgaben und 45 % bei den operativen Tätigkeiten) festgestellt und Zweifel über die Einhaltung des Grundsatzes der Jährlichkeit des Haushalts durch die Stiftung geäußert hat.