3. Indien uit feitelijke gegevens als bedoeld in Verordening (EG) nr. 3605/93 blijkt dat een deelnemende lidstaat een buitensporig tekort niet heeft gecorrigeerd binnen de termijnen die in aanbevelingen op grond van artikel 104 C, lid 7, of aanmaningen op grond van artikel 104 C, lid 9, gesteld zijn, neemt de Raad onmiddellijk een besluit op grond van artikel 104 C, lid 9, respectievelijk artikel 104 C, lid 11.
(3) Geht aus den gemäß der Verordnung (EG) Nr. 3605/93 ermittelten Daten über die tatsächliche Entwicklung hervor, daß ein übermäßiges Defizit von einem teilnehmenden Mitgliedstaat nicht innerhalb der in den Empfehlungen nach Artikel 104 c Absatz 7 oder der in einer Inverzugsetzung nach Artikel 104 c Absatz 9 festgelegten Frist korrigiert worden ist, so trifft der Rat unverzüglich einen Beschluß nach Artikel 104 c Absatz 9 bzw. Artikel 104 c Absatz 11.