Zoals ook in de rechtsleer is gesteld, herinnert zij eraan dat het administratief toezicht de noodzakelijke tegenhanger is van de autonomie van de gedecentraliseerde besturen, wat niet het geval is voor de controle die aan het Rekenhof is toegewezen, die ertoe strekt de begroting van de Staat te controleren, waarvan die van de provincies deel uitmaakte, en die dus niet kan worden gelijkgesteld met een toezichtscontrole.
Er erinnert daran, dass - so wie es in der Rechtslehre hervorgehoben worden sei - die Verwaltungsaufsicht das notwendige Gegengewicht zur Autonomie der dezentralisierten Verwaltungen sei, was nicht der Fall sei für die dem Rechnungshof anvertraute Kontrolle, die dazu diene, den Staatshaushalt, zu dem der Haushalt der Provinzen gehöre, zu kontrollieren und folglich nicht einer Kontrolle im Sinne der Aufsicht gleichzusetzen sei.