Vertaling van "gedeelten van vochtige " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

Rhynchospora-alba-verbond | Rhynchosporion | vochtige laagte in hoogveen | vochtige laagte op veenmodder | Witte-Snavelbies-verbond
Senke auf mosigem Substrat

aandeel in de gemeenschappelijke gedeelten
Anteil an den gemeinschaftlichen Teilen

vochtige stempel
Feuchtstempel

vochtig gebied
feuchte Zone

vrijgave in gedeelten voor de invoer
zeitlich gestaffelte Freigabe von Waren

gedeelten van af te trekken dagen worden verwaarloosd
Teile von abzugsfähigen Tagen werden nicht berücksichtigt

vochtige zone
Feuchtzone

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Ze omvat maaiweiden, alluviale milieus (Forge Jean Petit, vallei tussen Rièzes en Escaillère, Marais de la Haute-Nimelette), vaak gelegen op gleyige bodems, enkele relicten van hoogvenen te Cul-des-Sarts maar ook gedeelten van gemengde bosbestanden (beukenbossen gemengd met lidstengenbossen van de « Bois des Hauts Marais » en van Gonrieux). De vallei « Eau Noire » en de valleien van haar samenvloeiingen vormen een opmerkelijk complex ingenomen door gevarieerde hygrofiele kwaliteitsvegetatie : phalaridae, biesbossen, liesgras, cypergras, verschillende moerasruigten, laagvenen, oeverse elkenbossen en voormalige vochtige maaiweiden rijk aan soorten, gedeeltelijk beschadigde hoogvenen (Haute-Nimelette, Cul-des-Sarts), en zachte berkenbossen op gleyige bodems.
Es umfasst Mähwiesen, Auengebiete (Forge Jean Petit, Tal zwischen Rièzes und l'Escaillère, Marais de la Haute-Nimelette), oft auf Gley-Böden, ein kleines Relikt-Moorgebiet in Cul-des-Sarts sowie gemischte Forstbestände (mit Fichtenwäldern vermischte Buchenwälder im Bois des Hauts Marais und im Bois de Gonrieux).Die Täler der Eau Noire und ihrer Zuflüsse bilden ein bemerkenswertes Gefüge mit verschiedenen und qualitativen hygrophilen Pflanzbeständen: (Fluss)Röhrichte, Bereiche mit Glyceria- und Scirpetum-Beständen, Seggenriede, Niedermoore, Erlen-Auenwälder und ehemalige, artenreiche Mäh-Feuchtwiesen, teilweise degradierte Moorgebiete (Haute-Nimelette, Cul-des-Sarts) und Flaumbirkenwälder auf Gley-Böden.

Die beheerseenheid herbergt voortdurende weiden, habitat voor de voortplanting of het voeden van een regelmatige bevolking van grote hoefijzerneuzzen (1304), vale vleermuizen (1324), grauwe klauwieren (A338), zwarte wouwen (A073) en paapjes (A275) alsmede gedeelten van vochtige gegraasde weiden en van voedselrijke ruigten, habitat van de watersnip (A153) in inwintering.
Diese Bewirtschaftungseinheit beherbergt Dauerwiesen, die Habitate zur Fortpflanzung und Nahrungssuche für regelmässig vorkommende Populationen der grossen Hufeisennase (1304), des grossen Mausohrs (1324), des Neuntöters (A338), des Schwarzmilans (A073) und des Braunkelchens (A275) sind, sowie Abschnitte von beweideten feuchten Wiesen und von Hochstaudenfluren (Habitat zur Überwinterung der Bekassine (A153)).

- het behoud en het beheer van de gedeelten van het domein met een grote biologische of landschapswaarde die de centrale gebieden vormen van de primaire ecologische vermazing, zoals zandgebieden, vochtige gebieden, enz. alsmede hun bescherming tegen elke vorm van druk wegens recreatieve activiteiten;
- die Erhaltung und Verwaltung der Teile der Domäne, die ein grosses biologisches oder landschaftliches Interesse aufweisen und Zentralzonen der primären ökologischen Vermaschung bilden, wie Sandgruben, Feuchtgebiete, usw., sowie ihren Schutz gegen irgendwelchen Druck vom Freizeitbereich;