5. is van oordeel dat de uitoefening van het recht van bezwaar van het Parlement uiteraard bepaald wordt door zijn parlementaire rol en plaatsen van werkzaamheden; is van mening dat een voor alle rechtshandelingen geldende vaste periode voor het aantekenen van bezwaar niet gegarandeerd is en dat die periode per geval in elke basishandeling moet worden vastgelegd, waarbij rekening wordt gehouden met de complexiteit van de onderwerpen, en dat die periode lang genoeg moet zijn om afdoende controle op de bevoegdheidsdelegatie mogelijk te maken, zonder de inwerkingtreding van niet omstreden gedelegeerde handelingen onnodig te vertragen;
5. vertritt die Ansicht, dass die Ausübung des Rechts, Einwände zu erheben, durch das Parlament zwangsläufig entscheidend von seiner parlamentarischen Funktion und seinen Arbeitsorten bestimmt wird; vertritt die Ansicht, dass eine festgelegte Frist für die Erhebung von Einwänden, die für alle Rechtsakte gelten würde, nicht erforderlich ist, und dass di
ese Frist für jeden einzelnen Basisrechtsakt unter Berücksichtigung der Komplexität der behandelten Fragen gesondert festgelegt werden und ausreichend bemessen sein sollte, um eine wirksame Kontrolle der Befugnisübertragung zu ermöglichen, ohne damit das Inkraft
treten uns ...[+++]trittiger delegierter Rechtsakte unnötig zu verzögern;