Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "geding zijnde besluitwet opgelegde " (Nederlands → Duits) :

De bij de in het geding zijnde bepaling opgelegde voorwaarden voor het verkrijgen van een kwijtschelding of vermindering van de onroerende voorheffing in verband met een onbewoond en improductief goed zijn relevant om de doelstellingen van de ordonnantiegever te bereiken die erin bestaan verkrotting te voorkomen en het renoveren en verhuren van voor huisvesting bestemde onroerende goederen aan te moedigen.

Die durch die fragliche Bestimmung auferlegten Bedingungen, um einen Erlass oder eine Ermäßigung des Immobiliensteuervorabzugs im Zusammenhang mit einem unbewohnten und unproduktiven Gut zu erhalten, sind relevant, um die Ziele des Ordonnanzgebers zu erreichen, nämlich dem Verfall entgegenzuwirken und die Renovierung und Vermietung der zu Wohnzwecken bestimmten Immobilien zu begünstigen.


Krachtens artikel 7, § 14, vierde lid, van de in het geding zijnde besluitwet van 28 december 1944 wordt de inschakelingsuitkering enkel aan een vreemdeling betaald indien hij de nationaliteit heeft van een land waarmee België een wederkerigheidsovereenkomst heeft gesloten, indien hij een erkende vluchteling is of indien hij behoort tot de onderdanen van de landen die zijn opgesomd in de wet van 13 december 1976 houdende goedkeuring van de bilaterale akkoorden betreffende de tewerkstelling in België van buitenland ...[+++]

Aufgrund von Artikel 7 § 14 Absatz 4 des fraglichen Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 wird die Eingliederungszulage nur einem Ausländer gezahlt, wenn er die Staatsangehörigkeit eines Landes besitzt, mit dem Belgien ein Gegenseitigkeitsabkommen geschlossen hat, wenn er anerkannter Flüchtling ist oder wenn er zu den Staatsangehörigen der Länder gehört, die im Gesetz vom 13. Dezember 1976 zur Billigung der bilateralen Abkommen über die Beschäftigung ausländischer Arbeitnehmer in Belgien aufgezählt sind.


In de prejudiciële vraag wordt voorts melding gemaakt van de verplichting die door de in het geding zijnde bepalingen wordt opgelegd om de bevoegde ambtenaren in staat te stellen om alle boeken en stukken of bescheiden die zich in de lokalen bevinden, te onderzoeken.

In der Vorabentscheidungsfrage wird ferner die durch die fraglichen Bestimmungen auferlegte Verpflichtung erwähnt, es den zuständigen Bediensteten zu ermöglichen, alle Bücher und Unterlagen oder Dokumente, die sich in den Räumen befinden, zu prüfen.


Zowel de bij de in het geding zijnde bepaling ingevoerde beperking van de kwijtscheldingen en proportionele verminderingen van de onroerende voorheffing als de oprichting van de GOMB en de toekenning van financiële middelen aan die instelling teneinde projecten inzake stadsvernieuwing tot een goed einde te brengen, zijn maatregelen die door de ordonnantiegever zijn genomen om zich te conformeren aan de verplichting die hem bij artikel 23, derde lid, 3°, van de Grondwet inzake het recht op behoorlijke huisvesting wordt opgelegd.

Sowohl die durch die fragliche Bestimmung eingefügte Begrenzung des Erlasses und der proportionalen Ermäßigung des Immobiliensteuervorabzugs als auch die Einsetzung der Entwicklungsgesellschaft für die Region Brüssel-Hauptstadt und die Erteilung von Finanzmitteln an sie im Hinblick auf die Verwirklichung von Projekten der Stadterneuerung sind Maßnahmen, die der Ordonnanzgeber ergreift, um die ihm durch Artikel 23 Absatz 3 Nr. 3 der Verfassung bezüglich des Rechts auf eine angemessene Wohnung auferlegten Verpflichtungen zu erfüllen.


1. « Schendt artikel 30bis, § 5, eerste en tweede lid, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, ingevoegd bij artikel 61 van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering, in die zin geïnterpreteerd dat het geen inbreuk invoert in de zin van artikel 31 van die wet van 27 juni 1969, dat naar het Sociaal Strafwetboek verwijst, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de persoon die door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor de arbeidsrechtbank wordt gedagvaard, wegens de afwezigheid van de bij artikel 30bis, § 4, e ...[+++]

1. « Verstößt Artikel 30bis § 5 Absätze 1 und 2 des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer, eingefügt durch Artikel 61 des Gesetzes vom 4. August 1978 zur wirtschaftlichen Neuorientierung, dahin ausgelegt, dass er keinen Verstoß im Sinne von Artikel 31 desselben Gesetzes vom 27. Juni 1969, in dem auf das Sozialstrafgesetzbuch verwiesen wird, einführt, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er es der Person, die vom Landesamt für sozia ...[+++]


De in het geding zijnde bepaling vormt de grondslag van artikel 3, 5°, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (hierna : het koninklijk besluit van 28 november 1969), bepaling op basis waarvan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid socialezekerheidsbijdragen vordert van de appellante in het bodemgeschil.

Die fragliche Bestimmung bildet die Grundlage von Artikel 3 Nr. 5 des königlichen Erlasses vom 28. November 1969 zur Ausführung des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer (nachstehend: königlicher Erlass vom 28. November 1969), auf deren Grundlage das Landesamt für soziale Sicherheit Sozialversicherungsbeiträge von der Berufungsklägerin im Ausgangsverfahren fordert.


De wetgever wilde overigens niet dat de vordering van het kind zou worden ingesteld door een andere houder van de vordering tot betwisting - de wettige vader, de moeder of de man die het vaderschap opeist -, die niet in rechte is getreden binnen de termijn die hem bij de in het geding zijnde bepaling is opgelegd, wegens het mogelijke belangenconflict tussen het kind en die houder.

Der Gesetzgeber hat hingegen nicht gewollt, dass die Klage des Kindes durch eine andere zur Anfechtungsklage berechtigte Person eingereicht wird - der gesetzliche Vater, die Mutter oder der Mann, der die Vaterschaft für sich in Anspruch nimmt -, die nicht innerhalb der ihr durch die fragliche Bestimmung auferlegte Frist gehandelt hat, wegen des möglichen Interessenkonfliktes zwischen dem Kind und diesem Klageberechtigten.


Het eveneens in het geding zijnde artikel 1, § 2, eerste lid, 4°, d), 8° en 9°, van hetzelfde Wetboek bepaalt : « Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder : [...] 4° gewichtige feiten eigen aan de persoon zijn, met name : [...] d) het feit dat aan de aanvrager, omwille van eender welke vorm van sociale of fiscale fraude, door de rechter een definitieve straf is opgelegd die in kracht van gewijsde is gegaan; [...] 8° sociale fraude : iedere inbreuk op een sociale wetgeving; 9° fiscale fraude : iedere ...[+++]

Der ebenfalls in Rede stehende Artikel 1 § 2 Absatz 1 Nr. 4 Buchstabe d), Nr. 8 und Nr. 9 desselben Gesetzbuches bestimmt: « Für die Anwendung des vorliegenden [Gesetzbuches] ist beziehungsweise sind zu verstehen unter: [...] 4. schwerwiegenden persönlichen Fakten: insbesondere folgende Sachverhalte: [...] d) dem Antragsteller von einem Richter auferlegte formell rechtskräftige endgültige Strafe aufgrund irgendeiner Form der Steuerhinterziehung oder des Sozialbetrugs, [...] 8. Sozialbetrug: Verstöße ...[+++]


De in het geding zijnde bepaling is niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat zij naakte eigenaars van bedrijfsruimten, die zelf niet verantwoordelijk kunnen worden geacht voor de leegstand, aanwijzen als de personen die de daarbij opgelegde heffing verschuldigd zijn.

Die fragliche Bestimmung ist nicht vereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, indem darin bloße Eigentümer von Gewerbebetriebsgeländen, die selbst nicht als verantwortlich für die Nichtbenutzung erachtet werden können, als die Personen bestimmt werden, die die dadurch auferlegte Abgabe schulden.


Die vaststelling wordt niet ontkracht in zoverre de verplichtingen opgelegd bij artikel 9 van de in het geding zijnde wet zouden wegen op de ' verantwoordelijke voor de verwerking ', die in artikel 1, § 4, van die wet wordt gedefinieerd als ' de [...] persoon [...] die [...] het doel en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens bepaalt ', en niet op de ' verwerker ', die in paragraaf 5 van dezelfde bepaling wordt gedefinieerd als ' de [...] persoon [...] die ten behoeve van de voor de verwerking verantwoordelijke persoonsgegevens verwerkt, met u ...[+++]

Dieser Feststellung wird nicht widersprochen, insofern die durch Artikel 9 des fraglichen Gesetzes auferlegten Verpflichtungen dem ' für die Verarbeitung Verantwortlichen ' obliegen, der in Artikel 1 § 4 dieses Gesetzes als ' die [...] Person [...], die [...] über die Zwecke und Mittel der Verarbeitung von personenbezogenen Daten entscheidet ' definiert wird, und nicht dem ' Auftragsverarbeiter ', der in Paragraph 5 derselben Bestimmung definiert wird als ' die [...] Person [...], die personenbezogene Daten im Auftrag des für die Verarbeitung Verantwortlichen verarbeitet; es ist nicht die Person, die unter der unmittelbaren Verantwortun ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'geding zijnde besluitwet opgelegde' ->

Date index: 2021-05-06
w