« Brengt artikel 7, vijfde lid, van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 205 van 29 au
gustus 1983, al dan niet een verschil in behandeling teweeg dat niet objectief verantwoord is en daardoor strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de op 17 februari 1994 gecoördineerde Grondwet, in zoverre het een daggrensbedrag instelt voor de
werknemers die niet gedurende het hele jaar ...[+++] zijn tewerkgesteld,
terwijl artikel 7, derde lid, van hetzelfde besluit een jaarlijks plafond instelt voor de werknemers die wel gedurende
het hele jaar zijn tewerkgesteld ?
« Führt Artikel 7 Absatz 5 des königlichen Erlasses Nr. 50 vom 24. Oktober 1967 über die Alters- und Hinterbliebenenpension für Arbeitnehmer in der durch den königlichen Erlass Nr. 205 vom 29. August 1983 a
bgeänderten Fassung einen objektiv nicht gerechtfertigten und daher im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der am 17. Februar 1994 koordinierten Verfassung stehenden Beh
andlungsunterschied herbei, indem er einen Tageshöchstbetrag für nicht ganzjährig beschäftigte Arbeitnehmer vorsieht, wohingegen Artikel 7 Absatz 3 desselben Erlas
...[+++]ses für ganzjährig beschäftigte Arbeitnehmer einen Tageshöchstbetrag vorsieht?