Wat ten slotte de verwijzing betreft naar de artikelen 25 en 27, in samenhang gelezen met artikel 26, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 19 december 1966, leiden de verzoekende partijen daaruit geen argumenten af die verschillen van die welke ze uit de andere door hen aangevoerde bepalingen afleiden.
Was schliesslich die Bezugnahme auf die Artikel 25 und 27 in Verbindung mit Artikel 26 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte vom 19. Dezember 1966 betrifft, leiten die klagenden Parteien daraus kein anderes Argument ab als diejenigen, die sie aus den übrigen, von ihnen angeführten Bestimmungen ableiten.