Uit het merendeel van de verstrekte antwoorden kan worden opgemaakt dat de lidstaten geen bijzonder proactieve interpretatie aan artikel 3, lid 4, hebben gegeven en dat er overwegend wordt gedacht dat het verstrekken van een toegangsmogelijkheid (in een of andere vorm) voldoende is om aan deze bepaling te voldoen.
Die meisten Antworten lassen darauf schließen, dass die Mitgliedstaaten Artikel 3 Absatz 4 nicht besonders proaktiv auslegen; die meisten sind der Ansicht, dass sie den in dem Artikel genannten Anforderungen bereits nachkommen, wenn sie den zuständigen Behörden den potenziellen Zugang (in irgendeiner Form) ermöglichen.